Crapbooking, die woordspeling is wel eens door mijn hoofd gegaan tijdens dit deel van de cursus. Nope, niet – mijn – markt – punt. Heb ik het eigenlijk wel een kans gegeven? Toegegeven, misschien niet echt.

Bon, scrapbooking, watte? Ga eens langs bij je lokale hobbywinkel en jawel, ze gebruiken wel degelijk dit woord. De term slaat in mijn ogen op papierwaren (en aanverwanten) die specifiek dienen om te knutselen: kaartjes, fotoalbums versieren, enfin, het betere knip- en plakwerk. Dààr ligt misschien mijn onwelwillendheid: ik ben zelf nooit fan geweest van knippen en plakken (eerder het omgekeerde), dus ik heb totaal geen affiniteit met deze markt en kén ik die ook gewoon niet goed.

Het minithema waarrond je moest schetsen en die ook het onderwerp van de grote opdracht werd was cruiseschepen. Ook een onderwerp dat me niet meteen aansprak. Ik kwam al snel op zeemansknopen, ankers en palmbomen uit, de cliché shizzle. Daardoor verloor ik ook wat mijn enthousiasme.

Ik wou per sé met potlood werken. Achteraf gezien niet echt een goed medium voor het onderwerp en karma zat waarschijnlijk om de hoek te loeren toen mijn potloodpunten na elke slijpbeurt bleven afbreken (nota aan mezelf: als je nog in het buitenland potloden koopt: steek ze dan in de terugvlucht in je handbagage!).

Kwam nog eens bij dat ik enorm worstelde met mijn time management omdat ik in mijn day job tijdelijk van een parttime naar een fulltime ging (extra geld is leuk, maar ola, wat mis ik mijn tijd!). Enfin, a recipe for disaster.

Desalniettemin (lang geleden dat ik dit woord nog eens gebruikt heb) ben ik blijven volhouden tot ik van een zekere vorm van eindresultaat kon spreken, een vierkante scrapbookingpagina met mogelijke ideetjes voor stickers, blocnote en labeltjes rond het thema scrapbooking. Nostalgie moest eruit spreken en correspondentie moest je ook als thema in het achterhoofd houden. Hieronder het resultaat.

Het is duidelijk niet mijn beste werk. Mijn wederhelft zei van bij het schetsen al dat mijn tekeningen duidelijk schreeuwden dat ik me niet amuseerde. En da’s nu net wat ik wél in mijn tekeningen moet krijgen.

Bon, om Piet Huysentruytgewijs af te sluiten, wat hebben wij vandaag geleerd?

*  Sommige onderwerpen zijn gewoon niet mijn ‘ding’ en dat vertaalt zich in de tekening.
*  Het voornaamste is dat ik mij moet amuseren in het creatieproces, zoals lesgeefster Lilla Rogers het omschrijft: “People buy your joy“. Past er mij iets echt niet, pech, beter eerlijk zijn daarin en daarna, hup, op naar het volgende.
*  Door zo’n tegenvallende opdracht sterkt het mij net in mijn overtuiging dat ik niet moet zitten wachten op een opdrachten van anderen om te tekenen (hoewel die zéker mogen komen natuurlijk, bijvoorbeeld via dit contactformuliertje hier!). Ik wil ook zelf zaken creëren en liefst ze ook in producten omzetten. Maar dan moet ik in de eerste plaats eigenlijk voor mezelf creëren en niet voor wat misschien bij anderen in de smaak zou vallen.

En nu, hup, op naar het volgende!