Vandaag is zo’n dagje dat ik iets probeerde te tekenen om maar te tekenen. Schouderklopje voor mezelf want ik héb getekend. Eerlijk is eerlijk, van thuis uit ‘werken’ betekent wat mij betreft veel te vaak afgeleid geraken. Even de kat eten geven, ja, beter nog een was draaien, ik moet nog boodschappen doen, nog eventjes surfen op Pinterest voor inspiratie… En op diezelfde Pinterest en andere sociale media zie je dan illustratoren die hypergedisciplineerd lijken, 100-dagen-projecten hebben waar ze zich aan houden en dag na dag perfect afgewerkte kunstwerkjes in hun schetsboeken maken.

Inspirerend allemaal, maar vaak komt mijn eigen kritische stemmetje dan boven. Mijn schetsboek is niet zo perfect, ik zou beter eigen prints maken, waarom zet ik alles zo door elkaar, waarom heb ik vandaag alles gedaan behalve tekenen? In een online cursus die ik ooit volgde bleek dat velen bang zijn van het witte blad van een schetsboek. Ik staar ook vaak naar een nieuwe pagina in de hoop dat deze keer die perfecte schets erop zal geraken. Maar bon, kom ik aan de pointe van heel mijn post (ik hoop dat mijn kritische stemmetje nu luistert): foert! Een schetsboek diént net voor prutsen, missen, foefelen. Mijn schetsboek is verre van perfect. Ik zie overal foutjes, dingen die ik anders aangepakt moest hebben. Ik héb geen afgewerkte kunstwerkjes erin staan. En dat is oké.

Kan ik morgen beginnen met een nieuwe pagina, die waarschijnlijk weer foutjes zal bevatten. En wie weet zit er een elementje in dat ik later kan gebruiken. Beter dat dan niet te tekenen.

En nu maar zorgen dat ik niet afgeleid geraak.